Terug naar overzicht

Niet eens met de Belastingdienst?

Als u het niet eens bent met de hoogte van uw voorlopige of definitieve aanslag inkomstenbelasting, kunt u bij de Belastingdienst bezwaar maken. Als u niet tevreden bent over de beslissing die de Belastingdienst naar aanleiding van uw bezwaar heeft genomen, dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank. U kunt de Belastingdienst ook vragen in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de belastingrechter.

Bezwaar maken
Als u volgens de wet bezwaar kunt maken tegen een bepaalde beslissing, moet de Belastingdienst dat uitdrukkelijk bij die beslissing vermelden. Daar geeft de Belastingdienst ook aan waar en binnen welke termijn u het bezwaarschrift moet indienen. Als de Belastingdienst uw bezwaarschrift heeft ontvangen, krijgt u een ontvangstbevestiging. Hierin staat ook dat u – op uw verzoek – kunt worden gehoord.
Als u wel bezwaar heeft tegen de aanslag maar nog niet alle gegevens heeft om het bezwaar toe te lichten, kunt u ook “pro forma” bezwaar maken. U meldt dan alleen binnen de daarvoor geldende termijn dat u bezwaar heeft tegen de aanslag en dat de toelichting binnen korte tijd zal volgen. In uw bezwaarschrift kunt u de Belastingdienst vragen in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de belastingrechter.

Welke rechten heeft u bij de belastingdienst?
Een gehele of gedeeltelijke afwijzing van uw bezwaar moet de Belastingdienst altijd met argumenten onderbouwen. Tegen de afwijzing van uw bezwaar kunt u meestal in beroep gaan bij de rechtbank.
Als de Belastingdienst bij de vaststelling van de aanslag of beschikking een fout heeft gemaakt, kunt u een vergoeding krijgen voor de kosten die u noodzakelijkerwijs heeft gemaakt voor uw bezwaarschrift.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de kosten van uw professionele vertegenwoordiger. U moet voor deze kostenvergoeding een verzoek doen vóórdat de Belastingdienst een beslissing op uw bezwaarschrift heeft genomen. U krijgt dan overigens geen volledige vergoeding van uw kosten, maar een tegemoetkoming die volgens vaste tarieven is bepaald.

In beroep gaan
Als u tegen de beslissing van de Belastingdienst op uw bezwaarschrift in beroep bij de rechtbank kunt gaan, moet de Belastingdienst dat uitdrukkelijk bij die beslissing vermelden. Ook moet erin staan hoe, bij
welke rechtbank en binnen welke termijn u het beroepschrift moet indienen. U kunt de rechter verzoeken de Belastingdienst te veroordelen in de kosten die u voor het beroep heeft gemaakt. De rechter willigt dat verzoek doorgaans in als hij u geheel of gedeeltelijk in het gelijk stelt. U krijgt dan overigens geen volledige vergoeding van uw kosten, maar een tegemoetkoming die volgens vaste tarieven is bepaald.

Voorlopige voorziening
Tijdens de behandeling van een bezwaarschrift blijft de beslissing van de Belastingdienst waartegen u bezwaar heeft gemaakt, in het algemeen van kracht. Wilt u de afloop van de bezwaarprocedure niet afwachten, dan kunt u bij de rechtbank een voorlopige voorziening vragen. Hiermee kunt u bereiken dat de nadelige gevolgen van een beslissing van de Belastingdienst worden opgeschort totdat er een definitieve beslissing is genomen. Ook nadat u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u om een voorlopige voorziening vragen.

Als de termijnen voor bezwaar en beroep zijn verstreken
Als de termijnen voor bezwaar en beroep zijn verstreken, kunt u toch de Belastingdienst vragen een genomen beslissing te herzien. U stuurt dan een brief naar het belastingkantoor dat de beslissing heeft  genomen. Dit kan in de meeste gevallen tot vijf jaar na afloop van het jaar waarop een beslissing betrekking heeft. Soms is een verlenging van deze termijn mogelijk.

Als de wet leidt tot onbedoelde resultaten
De Belastingdienst moet werken volgens de regels van de wet. Maar het kan zijn dat de toepassing van de wet gevolgen heeft die de wetgever niet zo heeft bedoeld. In dat geval kunt u de Belastingdienst vragen een genomen beslissing te herzien. Hier is geen termijn voor vastgesteld. U doet er natuurlijk goed aan niet te lang met uw verzoek te wachten.

De Nationale ombudsman
Als u het niet eens bent met een beslissing van de Belastingdienst en u kunt met uw bezwaar niet terecht bij de belastingrechter dan kunt u zich richten tot de Nationale ombudsman. U kunt een beroep doen op de Nationale ombudsman als u bijvoorbeeld geen antwoord krijgt op uw brief, als u vindt dat de afhandeling van uw bezwaar veel te lang duurt of als u vindt dat de Belastingdienst zich in uw geval niet aan de wettelijke voorschriften houdt. Ook kunt u zich tot de Nationale ombudsman richten als u ontevreden bent over de manier waarop u door de Belastingdienst bent behandeld.

De Commissies voor de Verzoekschriften
Uiteraard kunt u zich altijd richten tot de volksvertegenwoordiging. In het bijzonder zijn dat de Commissie voor de Verzoekschriften uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal of de Commissie voor de Verzoekschriften uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal. In de regel zullen deze commissies uw verzoek niet in behandeling nemen als er de mogelijkheid is (geweest) om bezwaar te maken bij de belastingrechter. Als u een verzoek doet zullen de commissies dit verzoek doorsturen naar de Belastingdienst als u niet eerst een verzoek aan de Belastingdienst heeft gericht.

Schadevergoeding
Het is mogelijk dat u door een onzorgvuldige handelwijze van de Belastingdienst schade heeft geleden. In sommige gevallen heeft u dan recht op een schadevergoeding. U kunt een verzoek om schadevergoeding
indienen bij de Belastingdienst of bij de Minister van Financiën. Ook kunt u de rechtbank vragen een schadevergoeding vast te stellen.