Hoe verloopt een incassotraject?
Het incassotraject is in te delen in twee fases. De eerste fase is de minnelijke of buitengerechtelijke fase. De tweede fase is de gerechtelijke fase. Uitgangspunt is dat de vordering wordt geïnd in de minnelijke fase, omdat in deze fase nog geen rechter, deurwaarder of andere juridische partij aan de orde komt. Heeft de debiteur echter in de eerste fase nog niet betaald, dan wordt de juridische procedure in gang gezet.
Minnelijke fase
In de minnelijke fase probeert het incassokantoor via brieven en telefoongesprekken de betaling af te dwingen. Soms worden in de minnelijke fase betalingafspraken gemaakt, zodat de debiteur de vordering gespreid kan betalen.In de eerste, helder geformuleerde incassobrief wordt de debiteur aangemaand de vordering te voldoen, verhoogd met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. In de brief staat om welke vordering het gaat en aan wie hij het bedrag verschuldigd is, hoeveel al is voldaan en welk bedrag aan wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten in rekening worden gebracht.
Weigert de debiteur na de incassobrief en de eerste belactie te betalen? Dan ontvangt de debiteur de tweede incassobrief.
Is de vordering na de minnelijke fase nog niet betaald? Dan gaat het incassotraject de juridische fase in.
Gerechtelijke fase
De juridische fase start door het opstellen en versturen van een dagvaarding of conclusie van Eis. In de dagvaarding wordt de debiteur opgeroepen om op een bepaalde datum te verschijnen voor de rechter. Hierin staat ook om welke vordering het gaat en waarom de debiteur moet betalen. Ook staat in de dagvaarding vermeld of en zo ja hoeveel schade de schuldeiser heeft geleden om de vordering binnen te halen. Als laatste staat in de dagvaarding het verzoek om de debiteur te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
De debiteur kan reageren op de dagvaarding door schriftelijk aan de rechter te laten weten waarom hij van mening is dat hij de vordering niet hoeft te betalen. Dat heet conclusie van Antwoord. Vervolgens beoordeelt de rechter of de zaak een zitting vereist. Meestal kan een zaak schriftelijk worden afgedaan. Dan kan de schuldeiser op de conclusie van Antwoord reageren met een conclusie van Repliek, waarna de gedaagde op zijn beurt weer kan reageren met een conclusie van Dupliek.
Reageert de debiteur in het geheel niet en komt hij ook niet op de zitting, dan zal de rechter de debiteur bij verstek veroordelen. Betaalt de debiteur na de uitspraak van de rechter nog niet, dan volgt dwangbetaling door beslaglegging of executie. Bij beslaglegging kunt u denken aan een loonbeslag, bankbeslag of een beslag op (on)roerende zaken. In de periode waarin geprobeerd wordt de vordering te innen, bestaat een onderscheid tussen conservatoir en executoriaal beslag. Conservatoir beslag is preventief en vindt niet altijd plaats. Als het plaatsvindt, is dat tegelijk met de dagvaarding. Zodra de veroordeling heeft plaatsgevonden wordt het conservatoir beslag een executoriaal beslag. Bij executoriaal beslag is er dus al een gerechtelijke procedure geweest. De uitslag hiervan luidde: betalen.
Leidt ook de beslaglegging niet tot betaling, dan gaat de deurwaarder over tot executieverkoop. Dat betekent, dat de deurwaarder namens de schuldeiser de in beslaggenomen zaken in het openbaar verkoopt. Zo’n verkoop heeft alleen zin als de debiteur geld of andere bezittingen heeft, zoals bijvoorbeeld een auto of een eigen huis, die voldoende opbrengen om de vordering van de schuldeiser te betalen.