Terug naar overzicht

Fiscale faciliteiten voor elektrische auto’s

In 2010 heeft de Nederlandse overheid een aantal fiscale faciliteiten voor het bedrijfsleven ingevoerd om de Nederlandse economie te versterken en duurzamer te maken. Energiezuinige auto’s kunnen daar een bijdrage aan leveren. Energiezuinig autorijden wordt dan ook op diverse manieren gestimuleerd. Naast vrijstelling voor BPM, motorrijtuigenbelasting en lagere bijtelling zijn er ook een aantal fiscale investeringsfaciliteiten beschikbaar voor elektrische auto’s (daaronder begrepen plug-in hybrides met een actieradius van tenminste 50 kilometer op een accu).

Er zijn drie extra fiscale faciliteiten beschikbaar voor ondernemers die investeren in elektrische auto’s. Uitgangspunt voor toepassing van twee van deze faciliteiten (de Milieu-investeringsaftrek en de Willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen) is de door het Ministerie van VROM en Agentschap NL opgestelde milieulijst. Op deze lijst zijn verschillende soorten bedrijfsmiddelen ingedeeld in categorieën. De derde fiscale faciliteit waar een ondernemer gebruik van kan maken is de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Hieronder volgt een korte omschrijving van deze drie faciliteiten:

De milieu-investeringsaftrek (MIA).

Met behulp van de MIA zijn investeringskosten in bedrijfsmiddelen voor 15, 30 of 40% extra aftrekbaar van de fiscale winst. Het toepasbare percentage wordt bepaald door de categorie waarbinnen het bewuste bedrijfsmiddel valt op de Milieulijst. De elektrische auto is op de milieulijst opgenomen als categorie F 5070 (“Elektrisch aangedreven voertuig”). Daarmee zijn de investeringskosten voor 40% extra aftrekbaar van de fiscale winst. Voor de MIA is in 2010 in totaal € 113 miljoen beschikbaar aan fiscaal voordeel (inclusief € 6 miljoen voor de hieronder toegelichte tijdelijke faciliteit van extra milieuaftrek in verband met de economische crisis). Om voor de MIA in aanmerking te komen dienen de totale investeringen in 2010 meer dan € 2200 te bedragen. Het minimum investeringsbedrag per bedrijfsmiddel bedraagt € 450.

De willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL).

De VAMIL biedt de mogelijkheid tot vrije afschrijving van een investering. De regeling is van toepassing op investeringen tot en met € 25 miljoen per bedrijfsmiddel, indien deze is opgenomen in de Milieulijst. Dit houdt in dat, indien gewenst, de aanschafkosten direct volledig ten laste van het resultaat gebracht kunnen worden. Het budget voor de VAMIL bedraagt in 2010 € 55 miljoen. Er mag niet meer aan VAMIL worden geclaimd dan dat daadwerkelijk in het betreffende jaar betaald is. Indien de VAMIL-regeling is toegepast en op enig moment niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden, dan zal de willekeurige afschrijving worden teruggenomen.

De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).

De KIA stimuleert bedrijven tot het doen van investeringen in bedrijfsmiddelen en omvat:

  • bij een investeringsbedrag van meer dan € 2.200 en maximaal € 54.000 bedraagt de KIA 28% van het investeringsbedrag;
  • bij een investeringsbedrag van meer dan € 54.000 en maximaal € 100.000 bedraagt de KIA € 15.120;
  • bij een investeringsbedrag van meer dan € 100.000 en maximaal € 300.000 bedraagt de KIA € 15.120, verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat meer bedraagt dan € 100.000;
  • bij een investeringsbedrag van meer dan € 300.000 bedraagt de KIA nihil. Bij een investeringsbedrag van € 54.000 tot en met € 100.000 bedraagt de KIA-aftrek € 15.120. De KIA is van toepassing op de aanschaf van elektrische personenauto’s ongeacht of ze bestemd zijn voor beroepsvervoer of niet. Er kan alleen aanspraak gemaakt worden op de KIA voor investeringsbedragen in bedrijfsmiddelen van tenminste € 450.

Bij alle hierboven genoemde regelingen moet rekening gehouden worden met een desinvesteringsbijstelling indien het bedrijfsmiddel wordt vervreemd binnen vijf jaar na het jaar waarin de investering is gedaan.

Wanneer het budget voor de MIA of de VAMIL in een jaar is uitgeput, betekent dat in principe niet dat de regeling dan gesloten wordt. Vanaf 1 januari 2009 is het namelijk mogelijk om een deel van het budget van het volgende jaar aan te spreken. Ook kan budget dat niet gebruikt is worden meegenomen naar een volgend jaar. Bij exceptionele budgetoverschrijding bestaat de wettelijke mogelijkheid dat de MIA of VAMIL beperkt wordt of zelfs geheel buiten werking wordt gesteld.

Voor de toepassing van de Milieulijst was Categorie F 5070 in eerste instantie beperkt tot beroepsvervoer. De ministers van VROM en van Financiën hebben in 2010 echter besloten de regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 te verruimen. Ten aanzien van elektrische auto’s heeft de minister van VROM toegezegd dat – vooruitlopend op een wetswijziging en de daaraan gekoppelde aanpassing van de Milieulijst – ervan mag worden uitgegaan dat de huidige beperking tot personenauto’s die zijn bestemd voor beroepsvervoer over de weg, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010 geen toepassing vindt. De wetswijziging is inmiddels opgenomen in een wetsvoorstel. Als gevolg hiervan zijn de fiscale voordelen nu van toepassing op alle elektrische auto’s die aan de omschrijving voldoen, ongeacht waarvoor ze binnen een onderneming gebruikt worden.

Tijdelijke faciliteit in verband met economische crisis

Met het oog op de bestrijding van de economische crisis heeft de staatssecretaris van Financiën besloten met ingang van 1 januari 2010 ook een tijdelijke regeling in werking te laten treden. Op grond daarvan worden de MIA-percentages onder bepaalde voorwaarden met 20% verhoogd, dus 60% voor elektrische auto’s in plaats van de reguliere 40%. Deze verhoogde percentages zijn bedoeld voor bedrijven die tussen 1 januari 2008 en 31 december 2010 minder dan € 500.000 aan steun hebben of zullen ontvangen, die niet tot de visserij, land- of tuinbouw behoren en die vóór de economische crisis financieel gezond waren. Deze tijdelijke maatregel is van toepassing tot 1 januari 2011.

Combinatie van fiscale faciliteiten

Een ondernemer (zowel rechtspersoon als natuurlijke persoon) die een elektrische auto aanschaft kan voor 2010 gebruik maken van de volgende faciliteiten:

  • VAMIL (willekeurige afschrijving in een jaar).
  • MIA (40% milieu-investeringsaftrek voor elektrische auto’s).
  • Tijdelijke crisisfaciliteit (20% extra MIA)
  • KIA (afhankelijk van omvang investeringen; maximaal € 15.120)

Een ondernemer kan met betrekking tot een bedrijfsmiddel niet tegelijkertijd gebruikmaken van zowel de MIA als de energie-investeringsaftrek. De aftrekmogelijkheid van de MIA is, in combinatie met de tijdelijke crisisfaciliteit, groter dan die van de energie-investeringsaftrek.

Opmerkingen

VAMIL en MIA (inclusief de tijdelijke crisisfaciliteit) dienen binnen 3 maanden na het aangaan van de verplichting (ondertekening koopcontract) te zijn aangevraagd. Voor investeringen in elektrische auto’s vanaf 1 januari 2010 kan, omdat de regeling pas in april is ingevoerd, melding worden gedaan tot 21 juli 2010.

De procedure wat betreft de aanvraag van VAMIL en MIA is omschreven op de website van Senternovem, een onderdeel van Agentschap NL.

In beginsel worden de faciliteiten toegepast over de aanschafprijs (ex-BTW voor ondernemers die belaste prestaties verrichten). Indien echter nog niet het gehele bedrag is betaald, mogen de faciliteiten slechts toegepast worden op de in dat boekjaar betaalde bedragen. Het restant van de aftrek schuift dan in beginsel door naar het volgende jaar.

Het bovenstaande overzicht is gebaseerd op de stand van wet- en regelgeving alsmede jurisprudentie zoals bekend op 1 juli 2010. Met mogelijke toekomstige wijzigingen of aanpassingen is geen rekening gehouden. De bovenstaande informatie geeft een algemeen overzicht van enkele belangrijke fiscale aspecten met betrekking tot de elektrische auto. Individuele situaties kunnen afwijken en het is derhalve geen advies voor de specifieke fiscale situatie van potentiële kopers van elektrische auto’s. Iedereen potentiële koper wordt derhalve aangeraden om advies in te winnen bij uw eigen belastingadviseur.