Terug naar overzicht

Fiscale wijzigingen en tips voor alle ondernemers

Er veranderen in 2010 verschillende zaken die van belang zijn voor alle ondernemers. Wacht bijvoorbeeld tot volgend jaar met de aanschaf van een elektrische auto. Dit is in 2010 namelijk een stuk aantrekkelijker. Ook kunt u in 2010 een verzoek indienen om ‘middeling’ en afschrijvingen willekeurig afschrijven:

Vraag een voorlopige achterwaartse verliesverrekening
Als u inkomstenbelasting terugverwacht door verlies uit werk en woning in box 1 of aanmerkelijk
belang in box 2, dan kunt u vragen om een voorlopige achterwaartse verliesverrekening. U moet
hiervoor normaal gesproken de aangifte over het verliesjaar al hebben ingediend en er moet een
definitieve aanslag zijn voor het jaar waarnaar wordt teruggewenteld. Deze voorwaarden worden
versoepeld. Een verlies kan voorlopig worden teruggewenteld voordat u uw aangifte over 2008
hebt ingediend. U kunt bijvoorbeeld met een voorlopige jaarrekening aannemelijk maken dat er
sprake is van verlies. Een definitieve aanslag is niet noodzakelijk, een voorlopige aanslag is
voldoende.

Verzoek om middeling
U kunt de Belastingdienst vragen de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over uw inkomen uit werk en woning in box 1 van 3 kalenderjaren te middelen. Hierdoor kunt u uw effectieve belastingdruk verlagen. U moet het middelingsverzoek binnen 36 maanden indienen nadat de 3 aanslagen vaststaan. Belastingteruggaaf is mogelijk als het verschil tussen de geheven en herrekende belasting hoger is dan € 545.

Verhoging verzuimboete
U moet de aangifte inkomsten- en/of vennootschapsbelasting op tijd, juist en volledig doen. De boete wegens aangifteverzuim gaat in 2010 omhoog van € 1.134 naar maximaal € 4.920. U krijgt de boete als u niet reageert op de uitnodiging, herinnering en aanmaning om aangifte te doen. Voorheen kreeg u geen verzuimboete als u de aanslag inkomsten- of vennootschapsbelasting niet (op tijd) betaalde. In 2010 wordt ook het niet geheel of tijdig betalen van een aanslagbelasting een verzuim waarvoor een boete geldt.

Willekeurige afschrijving voor starters
Starters mogen de bedrijfsmiddelen in de beginfase onder voorwaarden willekeurig afschrijven.  Hiermee kan de afschrijving ineens, sneller of trager ten laste van de winst worden gebracht. Voorwaarde is dat de starter recht heeft op de extra zelfstandigenaftrek voor starters. De willekeurige afschrijving kan de fiscale oudedagsreserve beïnvloeden.

Schuif investeringen door
Hoe hoger de investeringen in bedrijfsmiddelen, des te lager de  kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kia). Daarom is het soms gunstiger om investeringen te verdelen over meerdere jaren. Zo krijgt u een zo hoog mogelijk aftrek en vermijdt u wellicht het verlies van de aftrekpost door overschrijding van het maximumbedrag. Het doorschuiven van 1 investering naar een volgend jaar kan zo bijvoorbeeld meer dan alleen het bedrag aan extra aftrek opleveren. In het Belastingplan wordt het maximumbedrag verhoogd van € 240.000 naar € 300.000 en het maximumpercentage van 25 naar 28%. Ook is er een nieuwe berekeningsmethode: De investeringsaftrek voor auto’s geldt in 2009 alleen voor personenauto’s voor beroepsvervoer. Het kabinet wil ook zeer zuinige personenauto’s en elektrische auto’s onder de kia laten vallen. De kia geldt voor de eenmanszaak, bv, vof en cv.

Schrijf versneld af
Als u in 2009 bepaalde bedrijfsmiddelen hebt geïnvesteerd, dan mag u deze in 2 jaar afschrijven. U mag dan in 2009 en 2010 elk jaar maximaal 50% afschrijven. Het kabinet wil deze regeling met 1 jaar verlengen. U mag investeringen dan ook in 2010 en 2011 voor maximaal 50% per jaar afschrijven. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden. Het gaat om investeringen in uitrusting, transportmiddelen en vaste installaties in de open lucht. De willekeurige afschrijving 2009 is daarom van toepassing op bestel- en vrachtauto’s, computers, machines en installaties en zeer zuinige personenauto’s. De volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd:

  1. gebouwen;
  2. grond-, weg- en waterbouwkundige werken;
  3. bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s  (behalve taxi’s en zeer zuinige auto’s);
  4. dieren;
  5. immateriële vaste activa, zoals software, goodwill, octrooi en patenten.

De vrijstelling geldt eveneens niet voor bedrijfsmiddelen die tweedehands zijn, of die voor 70% of meer door derden worden gebruikt.