Terug naar overzicht

Hoe zit het met uw werk-prive balans?

Het is eigenlijk een rare term: werk-privébalans. Het veronderstelt dat je een werkend én een privé leven hebt. Terwijl die levens juist steeds meer vervlechten in één. En je hebt er ook maar één. Wel merken we dat werk-privébalans steeds belangrijker wordt gevonden. We bedoelen dan vooral de hoeveelheid tijd en rust die je hebt om kwaliteit in je (privé)leven aan te brengen.
U als ondernemer heeft daar baat bij. Wanneer u meer aandacht geeft aan de werk-privébalans van uw medewerkers voorkomt u langdurig verzuim.

Nieuwe generaties en output

Waarom is de werk-privébalans zo’n groot issue aan het worden? Enerzijds heeft het te maken met generaties. De huidige generatie medewerkers – de generaties na de naoorlogse generatie – wil niet meer werken, werken en werken tot de dood. Ze hebben geleerd van het gebrek van hun eigen ouders en zijn opgevoed in relatieve luxe. Ze zijn veeleisender en willen primair een leuk leven leiden, waar werken ‘toevallig’ een substantieel onderdeel van uit maakt.

Anderzijds heeft het te maken met de manier waarop het werk zich transformeert. Waar vroeger met name werd gelet op de aanwezigheid van medewerkers, wordt nu steeds meer gelet op hun toegevoegde waarde, de output. Wanneer je dit combineert met de mogelijkheid om steeds meer onafhankelijk van tijd en plaats te werken (het nieuwe werken), zien we een enorme vervlechting van werk en privé ontstaan.

Persoonlijke balans
De balans is daarmee letterlijk zoek. Want wat is nog werk en wat is nog privé? Werken doe je toch steeds meer voor je plezier? Waar hoort training en persoonlijke ontwikkeling bij? En sociale activiteiten met je collega’s? Wat is het wanneer je ’s avonds nog iets voorbereid voor de volgende dag? Wanneer je in je vrije tijd artikelen leest op je vakgebied? Wanneer je met anderen over je werk praat? Of wanneer je in het weekend toch regelmatig op afstand je mail checkt?

De kunst is om te beseffen dat je gewoon één leven hebt, waar werk een onderdeel van uitmaakt. Dat de kwaliteit van dit ene leven, dus inclusief werk, voldoende groot moet zijn. Waarbij je natuurlijk let op je eigen toegevoegde waarde en de hoeveelheid tijd die je besteed aan niet-werk gerelateerde activiteiten om je te ontspannen. Maar je laat je daardoor niet gek maken. Dat doe je evenmin door de mensen die het volgens jou op werk of privé beter doen. Op beide vlakken is namelijk altijd iemand te vinden die daarvoor in aanmerking komt. Terwijl je juist de balans moet zoeken die het beste bij je past.

Parttime versus fulltime
Medewerkers die parttime zijn gaan werken ervaren géén betere werk-privébalans dan medewerkers die fulltime werken. Dit heeft enerzijds te maken met de hogere eisen (of verwachtingen) die parttimers stellen aan hun werk-privébalans. Anderzijds gaat het om de behoefte om toch nog écht mee te tellen in het werk, waardoor in de regel relatief meer werk in minder dagen wordt verzet. In de praktijk valt het dus nog wel tegen hoezeer parttime werken de kwaliteit van het privéleven vergroot.

Mix van vrijheid én verantwoordelijkheid

We merken ook dat bij organisaties die het nieuwe werken omarmen kort verzuim plaats maakt voor lang verzuim. Mensen ervaren meer vrijheid en zijn minder vaak een dagje ziek, misschien ook omdat ze dit binnen hun eigen vrijheid opvangen. Parallel hieraan zien we het langdurig verzuim bij deze organisaties toenemen. Medewerkers moeten zelfstandig zien om te gaan met een nieuwe mix van vrijheid en verantwoordelijkheid. Dat gaat goed wanneer je daar een goede balans in weet te vinden.

Het kan mis gaan wanneer medewerkers de vrijheid wél en de verantwoordelijkheid níet pakken. Dit valt meestal vrij snel op, waarna gericht kan worden ingegrepen. Maar het gaat ook mis bij medewerkers die het omgekeerde doen: als ze de vrijheid niet en de verantwoordelijkheid dus wél nemen. Zij weten dat ze worden beoordeeld op toegevoegde waarde. Ze trekken zich dat zeer aan, willen presteren en hebben de middelen om waar dan ook altijd te werken. En daardoor doen ze dat ook. Dit is een stuk moeilijker te traceren, maar wel een grote bron van toekomstig langdurige uitval.

Besef creëren
Wat kunnen we doen om te voorkomen dat overspannenheid of burn-out de nieuwe ziekte wordt bij moderne organisaties? Allereerst door hierover met de medewerkers te spreken. Door besef te creëren hoe de principes werken. Door te spreken over de gevaren wanneer je wel alleen de verantwoordelijkheid neemt, maar niet kunt genieten van de bijbehorende vrijheden.

Verder zijn workshops en trainingen in ‘zelfcoaching’ een absolute noodzaak. We hebben dat nooit geleerd op school en de eisen van onze maatschappij veranderen zo snel, dat deze vaardigheden echt nog moeten worden aangeleerd. Bovendien kan een training ‘zelfcoaching’ in combinatie met Timemanagement enorm helpen.